Hostname: page-component-77c89778f8-gvh9x Total loading time: 0 Render date: 2024-07-17T06:27:50.013Z Has data issue: false hasContentIssue false
  • English
  • Français

The Ethical Program and the Chinese of Indonesia

Published online by Cambridge University Press:  31 July 2019

Lea E. Williams
Lea E. Williams*
Affiliation:
Brown University, Rhode Island, U.S.A.
Get access

Extract

In their declining decades colonialists all but universally produced a series of attitudes and a set of administrative schemes which would have been incomprehensible to earlier, more robust imperial rulers. These views end actions, apparently typical of moribund colonialism, are generally labeled humanitarian. A multiplicity of interpretations can be offered to explain the phenomena to be observed in virtually all colonies in the final and rather confusing years before national freedom is won.

Type
Research Article
Information
Journal of Southeast Asian History , Volume 2 , Issue 2: Indonesia. Being a Collection of Papers Submitted to the 1st International Conference of Southeast Asian Historians, Singapore, January 16-21, 1961 , July 1961 , pp. 35 - 42
Copyright
Copyright © The National University of Singapore 1961

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

1. The Christian Advocate, January 22, 1903.

2. Much has been written on the forming system, some of it highly detailed and thoroughly documented: e.g., Thomas, Theodoor, Eanige Opmerkigen naar Aanleiding van het Pachtstelsel op. Jay, doctoral dissortation at Leiden University, Leiden: E.J. Brill, 1893.

3. Fokkens, F. "Afschaffing van Pachten op Java en Madoera en in Verband Daarmede Verschcrping van het Toezicht op de Beweging der Vreemde Oosterlingen." Indisch Genootschap lecture, February 2, 1897, Indisch Genootschap, The Hague (1897); Rapport van den Directeu van Onderwiis Eeredienst en Nijverheid Betreffende de Maatregolen in het Belag van de Inlandsche Nijverheid op Java en Madoera. Batavia: Landsdrukkerij, 1904; Fokkens, F., Bescheiden Wenken voor de Verbetering van deft Economischen Toestand der Inlandsche Bevolfcing op Java en Daarbuiten, The Haguo: M.M. Couvee, 1940; Fock, D., Beschouwingen en Voorstellen ter Vorbetering van van den Econppischen Toestand der Inlandsphe Bevollcing von Java en Madoera, The Hague: Martinus Nijhoff, 1904.

4. Thomas, op. cit., p.38.

5. Rapport...Betreffende de Maatregolen in het Belang van de Inlandsche Nijverheid op Java en Madoera, op. cit., p.7.

6. "Green Rassenhaat," Indische Gids. vol, 18, (1896), no. 1, p.768.

7. Fromberg, P.H., De Chineesche Beweging op Java. Amsterdam: Unitgeversmaatschappij Elsevior, 1911, pp. 8, 30, 61; Nio Joe Lan, Riwajat 40 Taon dari Tiong Hoa Hwc Koan-Batavia, Batavia: THHK Drukkerij, 1940 p.134; Liem Thian Joe, Riwajat Semerang, 1416-1931, Semarang: Drukkerij Misset, printers, Ho Kim Yoe, publisher, (1933), pp. 153, 155, 183, 197.

8. "Pacht of Regie," Opium-Vlook,, vol. 2, (1893), pp.136-137; Huizer, H.D.P., De Opium-Regie in Nederlandsche-Indie," Indische Gids, vol. 28, (1906) no. 1, pp.360-361; Kolpniaal Verslag van 1902, (The Hague): Algemeene Lands-drukkerij, (1903), pp. DD-3, FF-6; Kwee Tek Hoay, "Atsal Moehlahnja Timboel Pergerakan Tionghoa jang Modern di Indonesia," Moestika Romans, June 1938, p.249; "Opiumpacht en-regie," Tijdschrift voor Nederlandsch-Indie,- 2nd series vol. 5, (1901), p. 176 ff; Zeggers, J.L., Het Opium-Vraagstuk in Nederlandsch-Coist-Indie, Nijmegen: P.J. Milborn, 1890, p. 493 ff.

9. Fokkens, F., Bescheiden Wonken..., op. cit., p.29; Fock, D., Beschouwigen ..., op. cit., p.3.

10. Fokkens, F., "Afschcffing,..," loc.cit.; Nio Joe Lan, Riwajot..., op. cit., P. 134; "Hot Passenstelse voor Chineezen," Insulinde. vol. 2, no. 23, (June 8, 1897), p.178: Centraal Bureau voor de Statistiek. Jaarcijfers voor het Koninkrifik der Noderlanden, Kolonien, 1900, The Hague: Gebr. Bolinfante, 1902, p.46.

11. Ibid., pp.3, 106-107; Liem Twan D.iie. De Distribueerende Tusschenhandel der Chineezen op Java, The Hague: Max-tinus Nijhoff, '1952.

12. Fromberg, P.H., De Chineesche Beweging ..., op. cit., pp. 1-2; de Roo de la Faille, F., "De Chineesche Read te Batavia en het door dit College Bohoerde Founds" Bijdragen tot de Taal-, Land-en Volkeskunde van Nader-landsch-Indie vol. 80, The Hague: Martinus Nijhoff, 1924; Hazelhoff, L. "Het. Onderwijs: voor de Chineezen te Batavia," Neerlandia, vol. 7, no.8, (August 1903), p.100; Centraal Bureau voor de Statistiek, Jaarcijfers voor het Koninkrijk der Nederlanden, Kolonien, 1942, The Hague: Gebr. Bclinfante, 1904, pp.16, 20-21, 28; Nio Joe Lan, Riwajat..., op. cit., p.46.

13. Ong Boen Liang, "Meten mot Twee Mston," China. vol.11, no.1, (September 1, 1912), p.24; Fromberg. P.H. De Chineesche Beweging..., op.cit., p.40;

Margadant C.W., Het Regeerinftsreglenent van Nederlandsch-Indie, Betaviat G. Kloff, 1894, vol.3, pp. 79-80.

14. A uniquely liberal and dedicated Dutch jurist wrote blisteringly of this legal inequality; v.s., Fromberg, P.H., De Chineesche Beweging..., op. cit., pp.8-9; Officer for Chinese Affairs, Semerang to the Resident, Semarang, January 21, 1907; Chinese Minister of Foreign Affairs to the Netherlands Minister Peking December 30, 1909; Officer for Chinese Affairs, Batavia to the General Secretary, August 26, 1910.