1. Zie over dit congres o.a. Le Droit Européen, 1960Google Scholar nos. 21 en 22 en in Nederland het verslag hierover van Dorhout Mees in de Naamloze Vennootschap van nov. 1960 en van Ommeren in T.V.V.S. 1960, p. 70.Google Scholar

2. Ben voorbeeld hiervan levert de ontwerp-richtlijn inzake de rechtspersonen, gebaseerd op art. 54, derde lid sub g, welk ontwerp richtlijn de E.E.G.-Commissie op 21 febr. 1964 bij de Raad indiende. Dit ontwerp, dat ook naar mijn mening voor velerlei kritiek vatbaar is, wordt overigens in het hier besproken werk niet behandeld.

3. Wang, Aldus, p. 150.Google Scholar

4. Thibierge, , p. 360–362Google Scholar van de rapporten voor het 57e Congres der Franse notarissen, gebundeld onder de titel Le Statut de l'Etranger et le Marché Commun, uitg. van de Librairies Techniques, Parijs, 1959.Google ScholarSanders, : Naar een Europese N. V.?, uitg. Tjeenk Willink, Zwolle, 1959.Google Scholar

5. Zie Prof. MrSauveplanne, J. G., “Eenvormig Privaatrecht”, R.M. Themis 1961, p. 234.Google Scholar

6. Zie p. 14 van mijn in noot 4 aangehaalde intreerede en het aldaar genoemde Office Européen de Sociétés Anonymes, dat tevens als centraal Handelsregister voor de Europese N.V.'s zou kunnen dienen.