Hostname: page-component-7479d7b7d-767nl Total loading time: 0 Render date: 2024-07-13T17:30:10.769Z Has data issue: false hasContentIssue false

Prof MrA. J. P. Tammes, Internationaal Publiekrecht, met medewerking van MrP. van Heynsbergen. Haarlem1966, 257 bldz.

Published online by Cambridge University Press:  21 May 2009

Get access

Abstract

Image of the first page of this content. For PDF version, please use the ‘Save PDF’ preceeding this image.'
Type
Boekbesprekingen—Book Reviews
Copyright
Copyright © T.M.C. Asser Press 1967

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

1 International Law, Academy of Sciences of the USSR, Institute of State and Law, Moscow, z.j. blz. 7. Later wordt nog uitdrukkelijk gezegd: “The purpose of present-day International Law is to promote peaceful coexistence and co-operation between all states regardless of their social systems” (blz. 11). In de vroegere definitie van Vishinsky, die overigens gehandhaafd bleef, kwam deze doelstelling niet voor.

2 Ook elders (blz. 218) zou men bezwaar kunnen hebben tegen Tammes' opvatting over noodweer. Hij schrijft daar: “Evenals in het nationale recht, is ook in het internationale recht het begrip zelfverdediging verbonden aan de voorstelling van een aanval op de lichamelijke persoon”. Maar het nationale recht spreekt uitdrukkelijk van verdediging tegen aanranding van “lijf, eerbaarheid en goed” (art. 41). Ook in het volkenrecht is zelfverdediging tegen aantasting van belangen toegelaten, zij het dat het middel van geweld gereserveerd is voor de “gewapende aanval”.

3 US Tribunals XI, 1272.

4 Wel wordt op blz. 179 geconstateerd dat de staten, ook bij bepaalde rechtsgeschillen “nog aarzelen om geheel van auto-interpretatie af te zien”, en wordt blz. 192 genoemd de auto-interpretatie door organen van een internationale organisatie.

5 Soms wordt de rechter dal uitdrukkelijk opgedragen door de wetgever, zoals in art. 13a AB en art. 8 Sr. Tammes vermeldt deze artikelen niet, (ook niet in verband met het Rotterdamse vonnis van 1916 dat tot art. 133 AB leidde, blz. 111) en wijst er dus ook niet op dat deze artikelen niet a contrario gebruikt mogen worden.

6 De voorrechten en immuniteiten van personen die werkzaam zijn bij internationale organisaties vindt men elders behandeld, nl. in het deel “samenwerking”, blz. 174.