Hostname: page-component-cd9895bd7-7cvxr Total loading time: 0 Render date: 2024-12-29T17:14:03.140Z Has data issue: false hasContentIssue false

Modernism and Mission: The Influence of Dutch Modern Theology on Missionary Practice in the East Indies in the Nineteenth Century

Published online by Cambridge University Press:  17 February 2016

Guus Boone*
Affiliation:
Free University of Amsterdam
Get access

Extract

Introduction

In 1866, the Dutch missionary Jan Nannes Wiersma decided it was necessary to teach the Muslim heads in the place where he was working about the life of the prophet Muhammad - rather a peculiar thing for a messenger of Christianity to do. The Board of the Nederlandsch Zendelinggenootschap [Dutch Missionary Society; DMS], who had sent him, therefore reprimanded him. Wiersma, however, defended himself by stating that if the chiefs knew more about what Islam really was, they would have reached a higher level of intellectual development, and they would be closer to conversion to Christianity. This opinion was not uncommon among adherents of the so called Modern Theology or Modernism.

Type
Research Article
Copyright
Copyright © Ecclesiastical History Society 2000 

Access options

Get access to the full version of this content by using one of the access options below. (Log in options will check for institutional or personal access. Content may require purchase if you do not have access.)

References

1 Rooden, Peter van, ‘Nineteenth-century representations of missionary conversion and the transformation of Western Christianity’, in Veer, Peter van der, ed., Conversion to Modernities: The Globalization of Christianity (New York, 1996), pp. 6587Google Scholar. Eijnatten, Joris van, ‘Beschaafd Koninkrijk. Het NZG en de motivering van de zending omstreeks 1800’, in End, Th. van den et al., eds, Twee eeuwen Nederlandse zending 1797-1997. Twaalf opstellen (Zoetermeer, 1997), pp. 2545.Google Scholar

2 Boneschansker, J., Het Nederlandsch Zendeling Genootschap in zijn eerste periode. Een stadie over opwekking in de Bataafse en Franse tijd (Leeuwarden, 1987)Google Scholar; Holtrop, P. N., Tussen Piëtisme en Réveil. Het ‘Deutsche Christentumsgeselischaft’ in Nederland, 1784-1833 (Amsterdam, 1975), pp. 154–70Google Scholar. Boone, Guus, ‘Moderniteit en moderne zending. Het ontstaan van de genootschappelijke zending in Nederland’, Wereld en zending, 26-3 (1997), pp. 311.Google Scholar

3 Reenders, H., Alternatieve zending. Ottho Gerhard Heldring (1804-1876) en de verbreiding van het Christendom in Nederlands-Indië (Kampen, 1991), pp. 2539.Google Scholar

4 Rasker, A. J., De Nederlandse Hervormde Kerk vanaf 1795. Geschiedenis, theologische ontwikkelingen en de verhouding tot haar zusterkerken in de negentiende en twintigste eeuw (Kampen, 1986; 3rd enlarged edn), pp. 4554 and 8999.Google Scholar

5 Vanderlaan, Eldred C., Protestant Modernism in Holland (London, 1924), pp. 23–5Google Scholar; Roessingh, K. H., Het modernisme in Nederland (Haarlem, 1922), pp. 3241Google Scholar; Rasker, De Nederlandse Hervormde Kerk, pp. 113–24.

6 Scholten, J. H., De Leer der Hervormde Kerk, in hare grondbeginselen uit de bronnen voorgesteld (Leyden, 1848-50)Google Scholar; Rasker, De Nederlandse Hervormde Kerk, pp. 117–18.

7 Miert, Jan van, Wars van clubgeest & partijzucht. Liberalen, natie en verzuiling, Tiel en Winschoten 1850-1920 (Amsterdam, 1994), pp. 3843.Google Scholar

8 Herderscheê, J., De modern-godsdienstige richting in Nederland (Amsterdam, 1904), pp. 378–82.Google Scholar

9 Boone, A. Th., ‘Moderne zendelingen 1850–1855’, Documentatieblad voor degeschiedenis van de Nederlandse zending en overzeese kerken, 5-2 (1997), pp. 24–7Google Scholar, and Bekering en beschaving. De agogische activiteiten van het Nederlandsch Zendelinggenootschap in Oost-Java (1840-1865) (Zoetermeer, 1997), p. 82 n. 42, and p. 168; Berg, A. J. van den, Kerkelijke strijd en zendingsorganisatie. De scheming in het Nederlands Zendelinggenootschap rond het midden van de negentiende eeuw (Zoetermeer, 1997), pp. 31–4.Google Scholar

10 Biographisch Woordenboek van Protestantsche Godgeleerden in Nederland 4, pp. 29–30.

11 Chr. G. F. de Jong, ‘“Vrede door het bloed des kruises”. Zendeling J.E. Jellesma’s interpretatie van het devies van het Nederlands Zendeling Genootschap’, in Th. van den End, ed., Twee eeuwen, pp. 71–90; Boone, Bekering en beschaving, pp. 75–119.

12 Utrecht, Archives of the Board of Missions of the Dutch Reformed Church [hereafter ABM] 44-1: T. A. F. van der Valk to J. C. Neurdenburg, Surabaya, 20 December 1853, and Sidokari, 5 December 1854; ABM 29-2A: T. A. F. van der Valk, ‘Overzigt van mijne ontmoetingen en bevindingen gdurende mijn eerst verblijf op Java (van 6 december 1852 tot 31 October 1853)’, note f.

13 Stanley, Brian, Enlightenment and Mission: A Re-evaluation [=North Atlantic Missiology Project Position Paper II] (Cambridge, 1996), pp. 25–6.Google Scholar

14 ABM 29-2A: Diary, Van der Valk, 26 January and 14 March 1854.

15 ABM 29-2A: Diary, Van der Valk, 16 and 17 September 1854.

16 ABM 44-1: Van der Valk to Revd P. J. Bouman, Sidokare, 20 January 1855.

17 Van den Berg, Kerkehjke strijd; Kruijf, E. F., De geschiedenis van het Nederlandsche Zendelinggenootschap en zijne zendingsposlen (Groningen, 1894), pp. 478–9.Google Scholar

18 Boone, Bettering en beschaving, pp. 120–83.

19 ABM 29-2D: S. E. Harthoorn, ‘Enkele gedachten over het werk, den persoon en de opleiding des Zendelings’; S. E. Harthoorn to Board of the DMS, Malang, 1 October 1857; Enklaar, I. H., ‘De vereisten voor een zendeling. O.G. Heldrings zendeling-werklieden afgewezen’, in Kom over en help ons! Twaalf opstellen over de Nederlandse zending in de negentiende eeuw (The Hague, 1981), pp. 101–5.Google Scholar

20 Harthoorn, S. E., ‘De zending op Java en meer bepaald die van Malang’, Mededeelingen van wege het Nederlandsch Zendelinggenootschap, 4 (1860), pp. 103–37 and 212-52.Google Scholar

21 ABM 29-2D: Diary, Harthoorn, 1 and 4 April 1858.

22 ABM 29-2D: Harthoorn, Annual Report over 1856.

23 ABM 29-2D: Diary, Harthoorn, 1 April 1859.

24 ABM 29-2D: Diary, Harthoorn, 22 August 1857, 22 November, 30 December 1858; Harthoorn to Board DMS, Malang, 20 November 1858.

25 ABM 18-12: H. Hiebink to Harthoorn, Cleves, 17 September 1858; ABM 24-3C: Acts of the Conference of Missionaries on Java, Malang, 28 September to 3 October 1860.

26 ABM 29-2D: Harthoorn, Diary for 1860. This diary will be published in 1999 in the ‘Kleine Reeks’ of The Society for the History of Dutch Missions and Overseas Churches.

27 Extract-Acten van het Nederlandsch Zendelinggenootschap, 1861, pp. 78–89, and 1863, pp. 91–105.

28 Extract-Acten, 1861, pp. 176–82, and 1862, pp. 65–70; ABM 29-2D: Harthoorn to Board DMS, Malang, 3 January 1862.

29 Extract-Acten 1863, pp. 105–10 and 225-7.

30 Harthoorn, S. E., De Evangelische zending en Oost-Java. Eene kritische bijdrage (Haarlem, 1863).Google Scholar

31 Boone, Bekering en beschaving, pp. 181–3.

32 Toebes, C. J., Dominees-drama (Dr. J.C. Zaalberg Pz. 1828-1885) (The Hague, 1983), pp. 153–64Google Scholar; Van den Berg, Kerkelijke strijd, pp. 51–6.

33 Van den Berg, Kerkelijke strijd, pp. 56–68; Kruijf, Geschiedenis, pp. 485–501.

34 Kruijf, Geschiedenis, pp. 501–3.

35 A. Th. Boone, ‘“In het belang van zedelijkheid en recht”. J.N. Wiersma (1833-1907) als modernistisch zendeling te Ratahan (Minahassa)’, in Van den End, ed., Twee eeuwen, pp. 91–113; Kalma, J. J., Dit wienen ek Friezen, 4 (Leeuwarden, 1971), pp. 91–7.Google Scholar

36 ABM 44-2: Acts of the Union of Missionaries in the Minahasa, Tanawangko, 26 and 27 June 1861.

37 ABM 29-1B: J. N. Wiersma to Board DMS, Ratahan, 13 December 1865.

38 ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, February 1864.

39 ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, 21 December 1869.

40 ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, 2S April 1866.

41 Smit, W., De islam binnen de horizon. Een missiologische studie over de benadering van de islam door vier Nederlandse zendingscorporaties (1797-1951) (Zoetermeer, 1995), pp. 75–9 and 116–18.Google Scholar

42 Wiersma, J. N., Ewaringen gedurende mijn twaalfjarig zendingsleven (Rotterdam, 1876), pp. 186210.Google Scholar

43 ABM 44-2: Acts of the Union of Missionaries in the Minahasa, Ratahan, 14 and 15 September 1864; ABM 25: Board DMS to S. Ulfers, 4 August and 28 October 1865.

44 ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, 1 June 1866; ABM 25: Board DMS to Wiersma, 21 March 1866.

45 ABM 25: Board DMS to Wiersma, 4 November 1868; ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, 25 February and 1 July 1869.

46 Extract-Acten, 1870, pp. 133–37, and 1871, p. 173; ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, 28 April 1873.

47 ABM 44-2: Acts of the Union of Missionaries in the Minahasa, Sonder, 23 and 24 April 1873.

48 ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, 20 June 1873.

49 De Hervormmg, 22 April 1875.

50 Extract-Acten, 1875, pp. 22 and 25.

51 Kruijf, Geschtedenis, pp. 415–24.

52 ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, 16 January, 25 May, 1 September 1878.

53 ABM 29-1B: Wiersma to Board DMS, Ratahan, 4 May 1878.

54 Wiersma, Ewaringen, pp. 148–85.

55 De Hervorming, 2 October 1880.

56 Extract-Acten, 1881, pp. 11 and 14.

57 The Hague, General Archives, Ministerie van Koloniën, inv. no. 7829: ‘Notulen der Besluiten van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië’, 14 September 1883, no. 25.

58 Wiersma, J. N., ‘Minahassa-toestanden’, Indische Gids, 5-2 (1883), pp. 109–20.Google Scholar

59 Wiersma, J. N., Slaafsche onderworpenheid van het protestantsch kerkbestuur in Nederhndsch Indië aan den staat aangetoond (Rotterdam, 1889).Google Scholar